Woningcorporaties zijn voortvarend aan de slag gegaan met de doelstellingen in het Klimaatakkoord. Zo proberen ze de warmtevraag van woningen te beperken en woningen aan te sluiten op een duurzame energiebron. Uitgangspunt bij de verduurzaming van  woningen is dat dit zowel voor de corporaties als voor huurders betaalbaar moet blijven.

Inmiddels heeft bijna 40%  van de corporatiewoningen energielabel A of beter. Het aantal woningen met energielabel E, F of G is in het afgelopen jaar afgenomen van 247.300 naar 180.700 woningen. Huurders ervaren de kwaliteit van hun woning ook echt als beter naarmate de woning een beter energielabel heeft.

Warmtepompen spelen een belangrijke rol bij het CO2-neutraal maken van woningen. Er is al veel mogelijk en de ontwikkelingen gaan snel. Jan Verbruggen, werkzaam bij Aedes-lid Woningcorporatie Oosterpoort uit Groesbeek deed de afgelopen jaren ervaring op in een aantal pilots, o.a. met de warmtepomp.

Hybride of gasloze warmtepomp?
Volgens Verbruggen vraagt volledig gasloos verwarmen om een flinke investering. Voor 1 gasloze pomp kunnen er 2  hybride warmtepompen worden geïnstalleerd, dus krijgen 2 huishoudens dan een lagere energierekening  én een lagere CO2-uitstoot.

Daarnaast nemen gasloze installaties meer ruimte in en die is meestal schaars in sociale huurwoningen. Is het heel koud, dan heb je geen back-up van de cv-ketel. En doordat je bij een gasloze warmtepomp moet werken met een boiler, hebben bewoners maar een beperkte hoeveelheid warm water per dag.

Bovendien is het rendement van gasloze systemen minder goed als het koud is, dan gebruiken ze dus veel stroom. Nu komt echte kou waarschijnlijk niet zo vaak voor  in Nederland maar als het gebeurt, moet het elektriciteitsnetwerk het wel aankunnen. Zeker als je de hele straat hebt voorzien van gasloze systemen.
Maar de ontwikkelingen op het gebied van warmte gaan op dit moment heel snel. Dus over tien jaar zijn er wellicht weer heel andere oplossingen.

Bron: Aedes.nl

Tijdens het webinar ‘De warmtetransitie in de nieuwe politieke context’ gingen we in gesprek met Martin van Rijn, voorzitter Aedes.