Wie een hybride cv-installatie installeert, ziet het gasgebruik in de woning met gemiddeld 75% afnemen. Voor deze besparing gebruikt de woning zo’n 2360 kWh aan extra elektriciteit. Per saldo resulteert dit in een jaarlijkse besparing op energiekosten van bijna 1000 euro per woning. Dit blijkt uit het ‘Demonstratieproject Hybride Warmtepompen in de gebouwde omgeving’. De Wooncompagnie, een grote corporatie in de kop van Noord-Holland, wil tempo maken en zet daarbij ook flink in op hybride warmtepompsystemen.
Paul Stegers, adviseur strategie en programmamanager duurzaamheid bij de Wooncompagnie, vertelde ons over de inspanningen die zij leveren om hun vastgoed te verduurzamen. De corporatie bezit 14.000 woningen in 8 gemeenten in de kop van Noord-Holland en is, samen met veel van de gemeenten, bezig om de woningen te verduurzamen. “De focus ligt in vrijwel al deze gemeente bij all-electric, omdat warmtelevering in veel van deze landelijke gemeenten geen optie is. Op dit moment installeren we al 700 warmtepompen en 1000 PV-systemen per jaar, dus we zij redelijk op stoom om de verduurzaming breed uit te voeren.”
Snelheid maken
“Wij werken volgens een aanpak van nuchtere keuzes en heldere afspraken. Dat is onze manier om snelheid te maken”, zo vertelt Stegers. De Wooncompagnie werkt ook nog samen met andere corporaties binnen de Groene Huisvesters, een landelijke aanpak voor verduurzaming van huurwoningen. “Verder werken we met vaste installateurs, met wie we een contract voor drie jaar aangaan. Elke keer als een jaar is verstreken, en het contract is goed uitgevoerd en nageleefd, belonen we de installateur met een verlenging van 1 jaar.
Dit zijn voorbeelden van nuchtere keuzes; een aanpak waarmee we onze huurders de simpele keuze bieden voor een hybride of een all-electric warmtepompsysteem.” Ook zorgt de corporatie dat elke woning eerst wordt geïsoleerd, zodat de woningen in hun bezit langzaam maar zeker allemaal een energielabel B of hoger hebben.
“De bottleneck bij het investeren in hybride cv-systemen of warmtepompen zit ’m in het feit dat onderhoud en investeringen uit verschillende budgetten komen. Om te kunnen investeren, moeten we lenen of woningen verkopen. Als het systeem eenmaal is aangeschaft, gaat hij naar de portefeuille onderhoud. Voor die discipline moeten we zo precies mogelijk weten hoe lang een warmtepomp meegaat; 10 jaar, 15 of 20 jaar? Of nog langer. Daarover moet meer duidelijkheid komen. Dat kan volgens ons ook, maar daarvoor moeten we veel meer naar data gedreven onderhoud. Ik wil dat een warmtepompsysteem zelf aangeeft wanneer onderhoud nodig is, en niet dat we met vastgestelde intervallen – misschien wel voor niets – een installateur langs sturen. Pas als het toestel of systeem aangeeft dat onderhoud nodig is, gaat de installateur langs.”
Warmtepomp én pv-systeem
Om dergelijke constructies mogelijk te maken, is Stegers sterke voorstander van een ‘drie-partijen-contract’. Dit zijn overeenkomsten waarbij de installateur, de woningcorporatie en de leverancier van het systeem zich alle drie verbinden aan de prestaties van een systeem. “Onze belangrijkste reden daarbij is dat we de bewoner maar ook onze corporatie, een zo lang mogelijke levensduur van het systeem willen garanderen. De bewoner betaalt bij ons 40 euro extra per maand voor een hybride cv-installatie en 50 euro extra voor een all-electric warmtepompsysteem. De bewoner krijgt overigens altijd een set, bestaande uit een warmtepomp en pv-systeem met gemiddeld negen pv-panelen. Het is altijd én én. Wil men geen warmtepomp, dan installeren we ook geen panelen en krijgt men bij ketelvervanging alleen een tweedehands ketel. Maar eigenlijk zijn alle bewoners heel blij als we hen een hybride of all-electric systeem aanbieden. Velen noemen het aanbod een lot uit de loterij. En dat is begrijpelijk, want de besparing op energiekosten ligt gemiddeld rond de 100 euro per maand. Dus dat komt heel nauwkeurig in de buurt van de resultaten die uit het Demonstratieproject Hybride Warmtepompen naar voren komen”, zegt Stegers.
Wel maakt hij een kanttekening. “Je kunt dit niet doen, zonder voldoende informatie en voorlichting aan je huurders te geven. Zo moet je vertellen dat deze systemen een andere regeling vereisen; men moet bijvoorbeeld liever geen nachtverlaging toepassen. Ook moeten mensen in het begin wennen aan de wat lagere aanvoertemperatuur. Daar moeten we open en helder over communiceren.” Dit zijn randvoorwaarden die ook professor Anke van Hal met kracht onderschrijft. Zij heeft veel aandacht voor de vraag: Hoe betrek je de bewoner bij de verduurzaming.
Enthousiasme voor verduurzaming
Van Hal is hoogleraar op Nijenrode en houdt zich al heel haar carrière bezig met het bevorderen van het enthousiasme voor verduurzaming. Volgens haar is de veelgemaakte fout dat partijen in hun voortvarendheid (veel) stappen overslaan. “We verdiepen ons niet of te weinig in wat de bewoners willen. We vragen ze niets of niet voldoende. Je verhaal kan nog zo mooi zijn, maar als je de stappen die je neemt niet uitlegt en zo persoonlijk mogelijk overbrengt, zullen mensen het niet accepteren.
Ik heb eens aan iemand gevraagd, die een prachtig voorstel kreeg, waarom ze dit toch niet omarmde. ‘Ze beloven ook altijd om terug te bellen en dat doen ze ook niet, waarom zou ik ze nu dan wel geloven’.” Het is volgens Van Hal een typerende reactie hoe bewoners en consumenten over hun woningcorporaties of andere instanties denken. Ook zegt ze dat het vaak mis gaat als professionals voor bewoners gaan denken. “Dan blijken de aannames echt zelden te kloppen.”
De professor noemt drie succesfactoren die een project doen slagen: 1. Geld, 2. Techniek, 3. Vertragen om te versnellen. Deze laatste factor voorziet zij van een toelichting. “Wie geen kennis deelt en de plannen niet uitgebreid afstemt met bijvoorbeeld bewoners, denkt snel te gaan. Want goede voorlichting kost tijd, creëert in eerste instantie misschien zelfs chaos en weerstand, maar uiteindelijk zorgt deze vertraging wel voor versnelling.”
Benoem relevante voordelen
Hoe krijg je mensen dan wel enthousiast? “Benoem voordelen die voor mensen echt relevant zijn.” Volgens Van Hal zijn dat vaak voordelen die voor uitvoerders of techneuten niet logisch zijn, zoals: “mensen hebben een grotere inrichtingsvrijheid doordat ze vloerverwarming krijgen, ze hebben minder last van stof- en huismijt, ze kunnen de woning in de zomer koelen”, zo zegt zij. Volgens haar spelen drie belangen altijd een rol. De woningcorporatie, gemeente of aannemer moet proberen om het eerste en het tweede belang, respectievelijk het korte termijn, eigen belang en het collectief belang, te laten samenvallen. Het derde belang, het hedonistisch belang – het idee dat mensen het doen voor het milieu of voor hun kleinkinderen – is voor minder mensen doorslaggevend.
Dit artikel is verschenen naar aanleiding van het congres ‘Hybride in de warmtetransitie; de vragen beantwoord‘